WeBible
Petrus Canisius Translation
Select Version
Cherokee New Testament (1860) with Sequoyah transliterated forms
Sahidic NT
Czech BKR
1757 Church Slavonic Elizabeth Bible
Danish
Danish New Testament from 1819 with original orthography
Danish OT1871 + NT1907 with original orthography
Elberfelder (1871)
Elberfelder (1905)
Luther (1545)
Greek Modern
American Standard Version
Basic English Bible
Douay Rheims
William Tyndale Bible (1525/1530)
Webster's Bible
World English Bible
Weymouth NT
Young's Literal Translation
Esperanto
Reina Valera NT (1858)
Sagradas Escrituras (1569)
(Navarro Labourdin) NT
Finnish Bible (1776)
Pyha Raamattu (1933 1938)
Darby
Martin (1744)
Scots Gaelic (Gospel of Mark)
Gothic (Nehemiah NT Portions)
NT Tischendorf 8th Ed
Manx Gaelic (Esther Jonah 4 Gospels)
Aleppo Codex
OT Westminster Leningrad Codex
Croatian
Hungarian Karoli
Eastern (Genesis Exodus Gospels)
Western NT
Giovanni Diodati Bible (1649)
Riveduta Bible (1927)
明治元訳「舊約聖書」(1953年版) 大正改訳「新約聖書
Japanese Denmo 電網聖書
Japanese Kougo-yaku 口語訳「聖書」(1954/1955年版)
Japanese Raguet-yaku ラゲ訳「我主イエズスキリストの新約聖書」(1910年版)
Korean
Vulgata Clementina
Baiboly Malagasy (1865)
Sathyavedapusthakam (Malayalam Bible) published in 1910
Judson (1835)
Det Norsk Bibelselskap (1930)
Petrus Canisius Translation
Dutch Staten Vertaling
De ganse Heilige Schrift bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament, met de apocriefe (deuterocanonieke) boeken
Studentmållagsbibelen frå 1921
Polish Biblia Gdanska (1881)
Old Public Domain Pohnpeian Bible
Potawatomi (Matthew Acts) (Lykins 1844)
El Evangelio segun S. Lucas, traducido al Romaní, ó dialecto de los Gitanos de España
Synodal Translation (1876)
Albanian Bible
Serbian Bible Daničić-Karadžić Ekavski
Serbian Bible Daničić-Karadžić Ijekavski
Swedish (1917)
Svenska Karl XII:s Bibel (1703)
Svenska Karl XII:s Bibel (1873)
Swahili
Peshitta NT
Ang Dating Biblia (1905)
Klingon Language Version of the World English Bible
NT (P Kulish 1871)
Українська Біблія. Переклад Івана Огієнка.
Vietnamese (1934)
聖經 (文理和合)
Union Simplified
Union Traditional
Widget
Switch to light / dark version
canisius
2 Samuel 22
2 Samuel 22
22 / 24
1
Ook heeft David tot Jahweh de woorden van dit lied gericht, toen Jahweh hem verlost had uit de hand van al zijn vijanden en ook uit de hand van Saul.
2
En hij sprak:
3
Jahweh, mijn toevlucht, mijn burcht en mijn veste; Mijn God, mijn rots, waarop ik kan schuilen. Mijn schild, de hoorn van mijn heil, mijn schutse en mijn toevlucht, Mijn redder heeft mij uit de verdrukking verlost.
4
Ik roep: Geprezen zij Jahweh! En ben van mijn vijand verlost.
5
De branding van de dood had mij al gegrepen, De golven van de onderwereld sloegen over mij heen;
6
De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed:
7
Maar ik riep tot Jahweh in mijn nood, En tot God verhief ik mijn stem. En Hij hoorde mijn stem in zijn vorstelijke woning, Mijn hulpgeroep drong door tot zijn oren:
8
Daar schudde en beefde de aarde, Rilden en dreunden de fundamenten des hemels; Want Hij was in woede ontstoken.
9
Rook steeg op uit zijn neus, Verslindend vuur spoot uit zijn mond, En gloeiende kolen spatten er uit.
10
Hij boog de hemel, en daalde neer, Grauwe wolken onder zijn voeten.
11
Hij besteeg den cherub en vloog in het rond, Zwevend op de windewieken.
12
Hij sloeg de duisternis als een dek om zich heen, Donkere nevels, dreigende wolken waren zijn tent.
13
En door de gloed, die voor Hem uitging, Braakten zijn wolken vurige kolen.
14
En in de hemel donderde Jahweh, Verhief de Allerhoogste zijn stem;
15
Hij schoot zijn pijlen en strooide ze rond, Slingerde bliksems en joeg ze uiteen:
16
Open lag de bedding der zee, Het fundament van de aarde kwam bloot; Door het dreigen van Jahweh, Door het snuivend gebries van zijn neus.
17
Van boven boog Hij Zich neer, greep mij vast, En trok mij weg uit de onstuimige wateren;
18
Hij verloste mij van mijn grimmigen vijand En van mijn haters, want ze waren te machtig.
19
Ze waren uitgetrokken op de dag van mijn rampspoed, Maar Jahweh was mijn beschermer;
20
Hij beveiligde mij, En bracht mij redding, omdat Hij mij liefhad.
21
Toen werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, Mijn reinheid van handen vergolden:
22
Want ik had de wegen van Jahweh bewandeld, Niet gezondigd tegen mijn God;
23
Ik had al zijn geboden voor ogen gehouden, Niet zijn wetten ontweken;
24
Ik was voor Hem zonder smet, Had mij zuiver van zonde bewaard.
25
Daarom werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, En mijn reinheid in zijn ogen.
26
Want voor getrouwen toont Gij U trouw, Voor rechtschapenen rechtschapen,
27
Rein voor den reine, Maar voor de listigaards listig;
28
Want Gij redt het deemoedige volk, Maar vernedert hovaardige blikken.
29
Gij zijt, o Jahweh, mijn lamp, Mijn God, die licht in mijn duisternis straalt;
30
Met U durf ik de stormloop beginnen, Met mijn God de wallen bespringen.
31
God! Volmaakt zijn Zijn wegen, Jahweh’s woord is gelouterd. Hij is voor allen een schild, Die vluchten tot Hem.
32
Wie toch is God, dan Jahweh alleen; Wie een rots, dan alleen onze God!
33
God! Hij omgordt mij met kracht, En baant mij een veilige weg;
34
Hij maakt mijn voeten vlug als hinden, En doet mij de hoogste toppen beklimmen;
35
Hij oefent mijn handen ten strijde, Mijn armen tot het spannen van de koperen boog.
36
Zo hebt Gij mij het schild van uw heil gereikt; Uw goedheid maakte mij groot.
37
Gij hebt een weg voor mijn stappen gebaand, En mijn voeten wankelden niet.
38
Ik vervolgde mijn vijanden, haalde ze in, En keerde niet terug, eer ik ze had verslagen.
39
Ik heb ze verslagen, verpletterd, zodat ze niet opstaan, Maar onder mijn voet blijven liggen.
40
Gij hebt mij met kracht omgord tot de strijd, Mijn tegenstanders voor mij doen bukken;
41
Gij liet mij de rug van mijn vijanden zien. Mijn haters heb ik verdelgd.
42
Nu huilen ze, maar niemand helpt: Tot Jahweh zelfs, maar Hij antwoordt hun niet;
43
Ik vermaal ze als stof der aarde, Vertrap en vertreed ze als slijk op de straten.
44
Gij hebt mij gered uit de strijd met de volkeren. En mij aan het hoofd van de naties gesteld: Volkeren, die ik niet kende, werden mij dienstbaar,
45
Vreemden brachten mij hulde; Nauwelijks hadden ze van mij gehoord, Of ze gehoorzaamden mij;
46
Anderen lagen uitgeput neer, En kropen sidderend uit hun burchten.
47
Leve Jahweh! Gezegend mijn Rots; Hoogverheven de God, de Rots van mijn heil!
48
Gij hebt mij gewroken, o God, Volkeren aan mij onderworpen;
49
Mij van mijn grimmigen vijand verlost, Zege over mijn bestrijders verleend, mij van geweldenaars bevrijd.
50
Daarom wil ik U prijzen, o Jahweh, Uw naam verheerlijken onder de volken!
51
Machtige hulp verleent Hij zijn koning, En genade aan zijn Gezalfde, Aan David en zijn geslacht Voor altijd!
Copy Link
Webible
Freely accessible Bible
48 Languages, 74 Versions, 3963 Books
Widget